10 Huib Loopt de Camino
Twee etappes (vijftig kilometer) in één dag gaat Huib niet in de koude kleren zitten. Het levert hem een ontwrichte knie op. Maar spijt heeft hij niet. Dankzij die inhaalrace ervaart hij het echte camino-gevoel. Dus géén dagje schrijfvrij, maar wel – als eenling – onderdeel zijn van een groep.
Vijftig kilometer, elf loodzware uren én een ontwrichte knie
Het schrijven van een column is een uitdaging als je de camino loopt. Na een wandelafstand van gemiddeld 26 kilometer ben je gaar, moet je aansterken en komt er weinig meer uit je vingers. Laat staan op een slaapzaal vol geluid-producerende pelgrims. Vandaar dat ik me eens per week een volle dag terugtrek in een hotelletje of AirBNB. Althans, tot voor kort. Je terugtrekken tijdens de camino heeft zo z’n consequenties. In Léon viel het afscheid nemen van een andere pelgrim me zo zwaar, dat ik 24 uur later letterlijk aan de inhaalrace begon. Ik miste Samuel met wie ik al een week optrok, zijn aura van positiviteit, zijn betrokkenheid, enthousiasme. Dus twee etappes in één dag, dat moest toch te doen zijn?
Vanaf Cruz de Ferro voelt elke stap daadwerkelijk iets lichter
De wereld is in mist gehuld, als ik bij Cruz de Ferro de steen neerleg die ik vanuit Nederland heb meegenomen. Een prachtige pelgrimstraditie krijgt vorm. De steen die je op deze plek achterlaat, symboliseert het gewicht dat je niet meer met je wilt meetorsen. Vanaf nu voelt elke stap iets lichter. Misschien ook omdat je weet wat je wel met je wilt meedragen. Of wie.
De laatste vijftig kilometer van de provincie Castilië en Léon verandert het landschap. Aan eindeloze graanvelden van de Meseta komt een einde, de weg klimt gestaag omhoog. Vingerhoedskruid en dophei kleuren de rotspartijen paars. We naderen Galicië. Samen. Mijn column schrijf ik vanavond op de slaapzaal in een onbekende herberg. Weer een mijlpaal op deze wonderbaarlijke weg.
Bron: Seasons