4. K’esugi Ridge Trail: Fenomenale uitzichten op de Denali
Onze collega Linde (Kathmandu Utrecht) maakt samen met haar ouders en broer een rondreis in Alaska. Drie weken lang reizen ze te voet, per kajak en per auto door het woeste landschap. In deze reeks lees je over haar voorbereidingen en de avontuurlijke reis door Alaska.
Voor de laatste etappe van onze reis door Alaska, rijden we van Whittier terug naar Anchorage, en vanaf daar richting Denali National Park & Preserve. Voordat we naar het nationale park gaan om te genieten van de onaangetaste natuur en de vele dieren, hebben we echter eerst nog een trektocht in Denali State Park op de planning staan, de K’esugi Ridge Trail. Een meerdaagse tocht in Denali State Park over een bergrug met, als je geluk hebt, een prachtig uitzicht op de Alaska Range met als letterlijk hoogtepunt de Denali (6190m), de hoogste berg van Noord-Amerika.
De K’esugi Ridge ligt tussen de Alaska Range en de Talkeetna Mountains in en biedt, bij mooi weer, prachtig uitzicht naar beide zijden. Oud-Kathmandu collega en vriendin Inge, die goed bekend is in Alaska, heeft ons de K’esugi Ridge Trail aangeraden. De trail ligt in Denali State Park en je hebt daardoor geen permit nodig om in het gebied te wandelen en overnachten. In Denali National Park gelden veel meer restricties die het, zeker voor een groep, moeilijker maken om een meerdaagse tocht te plannen. Vandaar dat we, los van dat het een prachtige tocht is, hebben besloten om deze trail te lopen.
Onderweg richting Denali State Park kunnen we de Denali al zien liggen. Met een indrukwekkende hoogte van meer dan 6 kilometer steekt de Denali ver boven de omliggende bergen uit. Denali betekent dan ook niet voor niets in één van de vele talen van de Native Alaskans ‘the Tall One’.
Voorbereidingen: spullen uitzoeken en wegen
Na aangekomen te zijn op een camping in de buurt van de trail head spenderen we de rest van de middag en avond aan het uitzoeken van wat we wel en niet meenemen. Nu we niet met de kajak, maar met al onze spullen op onze rug zullen trekken, speelt gewicht een grotere rol. Zo nemen we bijvoorbeeld een stuk minder kleding mee: 1 outfit om in te lopen, en daarnaast warme laagjes voor ‘s avonds en natuurlijk regenkleding.* Naast onze uitrusting, moeten we ook voor vier dagen eten meenemen: ontbijt, lunch, avondeten en snacks. Aangezien we in bear country verblijven, verdelen we al het eten over drie gehuurde bear canisters. Diegene die geen bear canister in diens rugzak heeft, draagt het kookgerei en de brander.Om te zorgen dat het gewicht eerlijk en naar ieders kunnen verdeeld is, pakken we de rugzakken de avond voor we gaan vertrekken al zo veel mogelijk in en wegen we ze met een weeghaak. Dit apparaatje is überhaupt handig om bij je te hebben zodat je ook op de terugweg kunt checken of je tas niet te zwaar is voor in het vliegtuig.
*Concreet had ik qua kleding aan/ mee:
- sportbh (Gymshark V-neck sports Bra)
- sneldrogend hemdje om in te lopen (Janji Run all day Tank Top, vanwege het mooie weer ter plekke lastminute aangeschaft)
- onderhemd voor ‘s avonds (Hema dames hemd naadloos micro)
- sneldrogende korte broek (Fjallraven High Coast Lite Shorts Women’s)
- lange trekkingsbroek voor ‘s avonds of als we door dichte begroeiing moeten lopen (Lundhags Makke pants women’s)
- merinowollen thermo shirt (Artilect Flatiron 185 ¼ zip women’s)
- merinowollen thermobroek (Icebreaker ZoneKnit 200 leggings women’s)
- dunne fleece (Arc’teryx Kyanite lt Hoody Women’s)
- bodywarmer (Arc’teryx Atom Vest Women’s)
- donsjas (Rab Microlight Alpine Jacket Women’s)
- Lichtgewicht, ademende windstopper (Rab Vapour-rise Alpine Light Jacket Women’s)
- regenjas (Rab Ladakh Jacket GTX Women’s)
- regenbroek (Rab Firewall Pants Women’s)
- sokken (1 paar om in te lopen, 1 schoon en droog paar voor in de avond) (Icebreaker Hike+ Medium Crew Women’s)
- Opvouwbare pet (Hatland Clarion)
- muts (Devold friend beanie)
- buff (Buff original)
Ik had dus veel warme lagen mee die ik, vanwege de warmte, overdag zeker niet nodig had. Maar ‘s avonds was het toch wel erg fijn, zeker aangezien we winderige plekken bewust opzochten i.v.m. de muggen en het ‘s avonds dan flink afkoelt. De regenkleding hebben we uiteindelijk niet gebruikt, maar je weet het nooit qua weer, het kan zomaar omslaan in de bergen, dus toch verstandig om het altijd mee te nemen.
Er lijkt wel een bom ontploft te zijn op onze kampplek. Alle spullen die in drybags zaten van het kajakken, worden opnieuw beoordeeld en gesorteerd. Alles wat niet meegaat bewaren we in onze flightbags. Eten, per dag uitgeteld, verdelen we over de bear canisters. Voor een indruk van wat we allemaal meenemen tijdens de tocht kun je kijken naar onze paklijst in blog 1. We beginnen onze tocht met rugzakken variërend tussen de 14,5 en 18,5 kilo, naarmate de tocht vordert en we meer eten opeten, worden ze langzaam lichter.
Start van de tocht met stralend weer
De volgende ochtend beginnen we dan daadwerkelijk aan de tocht. Het weer is prachtig. Het warme weer dat zich op de laatste dag in Whittier al aankondigde, is niet meer verdwenen: het is on-Alaskaans strak blauw met temperaturen boven de 20 graden. We vertrekken in korte broek en korte mouwen, dat hadden we van tevoren niet verwacht. Het eerste deel van de tocht leidt door bos en dichte begroeiing. Aangezien we al snel berensporen in de modder tegenkomen, zijn we steeds alert en zorgen we ervoor dat we veel geluid maken, zodat we niet per ongeluk een grizzly of zwarte beer verrassen onderweg naar boven. Eenmaal boven de boomgrens voelen we ons wat meer op ons gemak, omdat we hier meer overzicht hebben. Nu we boven de begroeiing uit kunnen kijken, hebben we gelijk ook een spectaculair uitzicht: de Alaska Range en de Denali zijn duidelijk zichtbaar: de witte top steekt prachtig af tegen de strakblauwe lucht.
Linksboven: een pootafdrukken van een beer in de modder op het pad. Opletten geblazen dus.
Rechtsboven: het eerste deel van de tocht leidt ons over een smal pad met dichte begroeiing aan weerszijden.
Onder: eenmaal boven de boomgrens hebben we gelijk een fenomenaal uitzicht op de Denali.
Prachtige uitzichten maar ook veel muggen
Eenmaal op de ridge blijven we ons maar verbazen over hoe erg we boffen. Van te voren hadden we gehoopt om, op een beetje mooie dag, hopelijk een deel van de Denali te kunnen zien. Inge vertelde ons dat 30% van de mensen die naar dit gebied komen een deel van de berg te zien krijgen, en maar 5% de hele berg. Vaker hangen er echter dichte wolken om de top. Wij kunnen ons geluk niet op, want al op dag 1 hebben we een onbelemmerd uitzicht op de machtige berg, en ook de volgende dag blijft dit zo. Dit is echt uitzonderlijk voor deze plek (de foto’s in deze blog geven dus ook enigszins een onrealistisch beeld als ik Inge moet geloven ;)).
Wat een cadeau om hier te mogen lopen. Eenmaal op de ridge blijf je maar kijken en foto’s maken van de Denali, de omliggende Alaska range en ook de gletsjers.
Een nadeel van het warme weer en onze weinige kleding is dat onze blote armen en benen wel erg aantrekkelijk zijn voor de vele muggen die hier helaas ook aanwezig zijn. We zijn dan ook blij dat we meerdere flesjes DEET mee hebben en maken hier goed gebruik van. Waar we normaal een kampplek zouden opzoeken in de luwte, besluiten we nu vanwege de vele muggen onze tenten juist vol in de wind neer te zetten. Hierdoor blijven de muggen wat meer weg en gelukkig laat het weer het ook toe. Wanneer de wind wegvalt, zijn we wederom erg blij met onze muggennetjes (tip: neem ook een pet mee, zodat het netje ook wat verder van je gezicht hangt).
Dieren die we een stuk meer kunnen waarderen zijn de vele kleine arctic ground squirrels die steeds opduiken uit de grond en, staand op hun achterpoten, hoge piepende geluiden maken om elkaar te waarschuwen. Deze beestjes zijn echter alles behalve schuw: brutaal komen ze tot vlakbij je tent en we vermaken ons tijdens het eten met het kijken naar hun capriolen die ze, elkaar om ons heen achternazittend, maken.
Links: een arctic ground squirrel op een rots.
Rechts: tent opzetten in de wind. Geen mug kan dit uitzicht verpesten.
Links: uitrusten van het lopen. Een boekje lezen met dit uitzicht, beter wordt het niet. Tip: een drybag met kleding is ook een erg lekker kussen.
Rechts: Uitzicht vanaf onze kampplek op de ridge: een andere groep trekt net voorbij over het pad.
Links: De zon zakt bijna weg achter de Alaska Range. Het blijft zo noordelijk erg lang licht: pas om half 12 is de zon onder.
Rechts: in berengebied houden we de bearmuda triangle aan: koken doe je minimaal 70m van je slaapplek vandaan. Je eten en andere geurende spullen sla je nog eens 70m verderop op voor de nacht in geurvrije bear canisters. Zo zorg je ervoor dat je tent niet wordt geassocieerd met eten en je spullen niet interessant zijn voor nieuwsgierige beren.
Uitzicht vanuit de tent: de volgende ochtend ontwaken we met nogmaals een strakblauwe hemel en een prachtig uitzicht op de Alaska Range.
De rest van de tocht blijven we boffen met het weer (ongewoon voor Alaska!), alleen de laatste ochtend is het bewolkt en kunnen we slechts een klein deel van de bergen aan de overkant zien, tegen die tijd hebben we onze portie van uitzichten op de Denali echter al ruimschoots gehad.
Op dag 2 lopen we bijna de hele dag bovenop de ridge en blijven we maar kijken naar de Denali.
In ganzenpas over de ridge. Vanwege de warmte drinken we veel. Wanneer we een stroompje tegenkomen, stoppen we om water te filteren en onze flessen weer bij te vullen.
Links: steenmannetjes wijzen ons de weg. Rechts: Deze groene vallei lijkt op het eerste gezicht een mooie kampeerplek, maar in werkelijkheid is het er erg drassig en zitten er veel muggen. We lopen dus nog maar een stukje door.
Het landschap wisselt af: opeens lopen we tussen enorme rotsformaties door.
Op dag 3 dalen we af in een dichtbegroeide vallei en klimmen we vervolgens weer omhoog. Een zware dag, zeker omdat je je in de vallei vaak door dichte begroeiing moet wringen. Gelukkig liggen er op de drassigste delen vlonders om overheen te lopen. Het pad loopt langs een langgerekt meer. Na uren door de struiken gelopen te hebben in de warmte, nemen we hier onderweg een verfrissende duik.
Links: Na op dag 3 eerst flink gedaald en daarna weer geklommen te hebben, dalen we op het einde van de dag weer langzaam af. Rechts: Onze laatste kampplek. De volgende dag dalen we helemaal van de ridge af en komt onze trekking ten einde..
Vlakbij het eindpunt van onze tocht staat dit bord. Wij zijn 3,5 dag eerder gestart bij Little Coal Trailhead, 43,8 km met flink wat hoogtemeters tussendoor verderop. Als afsluiter van deze prachtige tocht nemen we een verfrissende duik in Byers Lake, het meest gebruikte eindpunt van deze trail. We hebben geluk: twee mannen die we eerder op de trail al tegengekomen waren, zijn ook net klaar en bieden aan om mijn vader een lift te geven richting onze auto. Nadat we opgefrist zijn rijden we verder naar Denali National Park waar we de laatste paar dagen van onze reis zullen spenderen. In de volgende en laatste blog vertel ik over onze belevenissen in dit prachtige park en de vele dieren die we daar hebben gezien.
Het merendeel van de fotocredits zijn voor Bertram Lammers, enkele foto’s zijn van mijn hand.