5. Denali National Park: ongerepte natuur en heel veel wildlife
Onze collega Linde (Kathmandu Utrecht) maakt samen met haar ouders en broer een rondreis in Alaska. Drie weken lang reizen ze te voet, per kajak en per auto door het woeste landschap. In deze reeks lees je over haar voorbereidingen en de avontuurlijke reis door Alaska.
De laatste paar dagen van onze fantastische reis door Alaska spenderen we in Denali National Park & Preserve: een gigantisch nationaal park met een oppervlakte van meer dan 6 miljoen hectare, met als bekendste (letterlijk) hoogtepunt: de Denali (6190m). Naast deze majestueuze berg staat Denali National Park ook bekend om de vele dieren die er leven en die je als bezoeker ook in hun natural habitat kunt aanschouwen. De ‘Big 5’ van Alaska - beer, kariboe, eland, dalls schaap en de wolf - leven er onder andere in grote getalen. Aangezien wij tijdens de K’esugi Ridge Trail onze portie van uitzicht op de Denali al ruim hebben gehad, reizen wij vooral af naar Denali National Park om te genieten van de woeste natuur en in de hoop dat we misschien nog een kariboe of een eland in het wild mogen aanschouwen. Of deze wens in vervulling is gegaan, lees je in deze laatste Alaska-blog.
Toegang tot het park
Anders dan Denali State Park is Denali National Park niet zomaar toegankelijk. Om het park in te gaan moet je een permit kopen, en daarnaast is maar een heel klein deel van het park toegankelijk met je eigen auto. Door het gigantische park loopt één enkele weg, de 92,5 mijl lange park road en alleen de eerste 15 mijl mag je met je eigen voertuig berijden. Voor verdere toegang tot het park, kun je gebruikmaken van een van de vele bussen die de hele dag over de weg heen en weer rijden. Naast de park road zijn er in het park zelf enkele uitzichtpunten, bezoekerscentra en enkele campgrounds. Daarbuiten: volledige wilde natuur. In Denali National Park lopen geen paden of wandelroutes. Als je van de weg afgaat, moet je zelf je pad vinden door het ruige landschap.
Het grote voordeel van deze inrichting van het park is dat de vele dieren die er leven zo min mogelijk worden gestoord door de honderdduizenden bezoekers die het park elk jaar trekt. De dieren kunnen de weg, als ze willen, makkelijk vermijden en zijn duidelijk gewend aan de bussen. Hierdoor kun je ook vanuit de bussen - veel bezoekers zien het park alleen vanuit de bus - veel wildlife zien.
Links: de park road, de enige weg die door Denali National Park loopt.
Rechts: een van de ouderwetse schoolbussen die toegang bieden tot het park.
Anders dan in het State Park kun je niet zomaar het National Park in om een trektocht te maken. Als je in de backcountry wil overnachten, moet je informatie inwinnen bij het Backcountry Information Center (BIC). Hier staan elke dag meerdere park rangers klaar om uitleg te geven over de mogelijkheden die je als hiker hebt en je tips te geven voor een geslaagd en vooral veilig verblijf. Daarnaast moet je verplicht enkele instructievideo’s bekijken, zodat je weet hoe je je dient te gedragen in het park en hoe om te gaan met de aanwezigheid van de vele wilde dieren. Tevens kun je bij het BIC bear spray huren. Om te overnachten in het park buiten de enkele campings die er zijn, heb je een zogenaamde backcountry permit nodig. Deze permits worden uitgegeven per unit: het park met een oppervlakte van 6 miljoen hectare is opgedeeld in 87 units en per unit mogen maar een beperkt aantal mensen overnachten. Deze regels gelden wederom om de natuur, en vooral alle dieren, zo min mogelijk te verstoren. De backcountry permits kunnen niet van tevoren gereserveerd worden, dus je komt pas ter plekke achter de opties die je hebt.
Links de kaart van het park met de backcountry units. In het midden, bij de gele lijn, loopt de park road. Het licht rode deel is waar de landslide heeft plaatsgevonden. Rode delen zijn wildlife closures.
Rechts een overzicht van de beschikbaarheid van de backcountry units in het Backcountry Information Center.
Beslissen wat we gaan doen
Wij begaven ons naar het Backcountry Information Center om uit te zoeken wat onze mogelijkheden nog waren voor de komende dagen: welke units zouden wij interessant vinden om te bezoeken en belangrijker: welke waren er nog beschikbaar? Al snel kwamen we erachter dat onze opties vrij beperkt waren door meerdere factoren. In 2021 is de weg ter hoogte van mile 45.5 door een landslide zwaar beschadigd geraakt. De helft van de weg, en dus ook een heel groot deel van het park, is hierdoor op dit moment helaas niet bereikbaar en zal dit hoogstwaarschijnlijk pas in 2026 weer zijn. Vanwege de aardverschuiving waren voor ons allereerst nog maar een heel klein deel van de units toegankelijk. Hoewel de units niet afgesloten zijn, zijn ze momenteel niet met de bus te bereiken en kun je er dus alleen komen door meerdere dagen of zelfs weken door het moeilijk begaanbare landschap te voet te trekken. Aangezien wij nog maar enkele dagen in Alaska zouden zijn, was dit geen optie voor ons. Daarnaast waren wij met een groep van 4 mensen en omdat de units die wel toegankelijk voor ons waren veelal maar een maximum aantal van 6 mensen toelieten, waren deze veelal al te vol. Zeker als je er twee nachten achter elkaar wilde kunnen verblijven. Sommige units die wel genoeg ruimte hadden, waren helaas afgesloten vanwege ‘bear activity’. Aangezien een beer een dag eerder vanwege nalatigheid van een bezoeker een rugzak te pakken had gekregen, werd sterk afgeraden om die regio te bezoeken.
Naast de beperkte mogelijkheden die er voor ons nog waren wat betreft de beschikbare backcountry units, merkten we dat we eigenlijk ook wel flink moe waren van onze eerdere trektocht. Als we wederom een trekking zouden gaan maken, zouden we weer met volle bepakking moeten gaan lopen. Deze keer zouden we echter door veel slechter begaanbaar terrein trekken. Zonder paden en met dichte begroeiing, waardoor het een stuk zwaarder lopen zou zijn. Door al deze factoren besloten wij uiteindelijk om, helaas, niet een trekking te gaan maken in de backcountry. In plaats daarvan kozen wij ervoor om via dagtochten het park te verkennen.
Sanctuary Campground
Gelukkig konden we wel een plekje bemachtigen op een campground die een stuk verderop in het park ligt, Sanctuary Campground. Deze zogenaamde primitive camping area is alleen te bereiken met een van de bussen en is alleen toegankelijk voor mensen die hun eigen tent meenemen, auto’s en campers zijn er verboden. Water haal je uit de naastgelegen rivier. Deze camping vormde een ideale uitvalsbasis voor ons: in de ochtend zouden we een van de eerste bussen kunnen pakken die dieper het park in rijden. Na een mooie dagtocht te maken, zouden we weer bij onze camping afgezet kunnen worden.
Onderweg naar de camping met de bus kunnen we voor het eerst genieten van de grootheid van dit prachtige park. In de avondzon kijken we onze ogen uit en raken we onder de indruk van de uitgestrektheid, zeker als je bedenkt dat je vanaf de weg maar een minuscuul deel van het park te zien krijgt. Wat vooral ook indruk maakt is de kennis dat er, naast de parkroad, voor honderden kilometers geen menselijke constructies te vinden zijn. Je kijkt uit op een enorm gebied ongerepte natuur. Onze wens om groter wildlife te zien gaat ook nog eens direct die avond in vervulling: vanuit de bus zien we eerst een kariboe op afstand, zijn gewei steekt uit boven de vele struiken. Even later komen we zelfs langs een kariboe die rustig vlak naast de weg staat te grazen, wat een prachtige dieren!
Uitzicht vanuit de bus onderweg naar Sanctuary Campground. We werden getrakteerd op prachtige vergezichten in de avondzon en als kers op de taart meerdere kariboes, waarvan een wel heel dichtbij, vlak naast de weg!
Bij aankomst op de campground komen we erachter dat deze zogenaamde primitievecamping eigenlijk best luxe is: er is een overdekte kookplek met meerdere picknicktafels, stevige metalen bear vaults waar je al je lekker ruikende spullen veilig in op kan bergen, en zelfs heel nieuwe en keurige poepdozen.
Aankomst bij Sanctuary Campground. We worden afgezet door de bus bij deze zogenaamde walk-in campsite, wat betekent dat je alle spullen de camping op moet kunnen dragen en dat er geen voertuigen toegestaan zijn.
Links: onze kampplek op Sanctuary Campground: onze verblijf voor de komende 3 nachten. Onze tenten (Een Nordisk Halland 2 LW en Hilleberg Nallo 2) hebben een mooi plekje gekregen.
Rechts: de overdekte kookplek op de camping.
Onder: Sanctuary River, een gletsjer rivier vol met sediment, stroomt vlak langs de camping. Gelukkig loopt er ook nog een klein stroompje met helder water waar we ons water uit kunnen halen.
Bushwhacking en rivieren die je pad blokkeren
De volgende dag pakken we al vroeg de bus verder het park in. Onze enige buurman op de camping vertelt ons dat je, als je vroeg genoeg gaat, meer kans hebt om ook elanden vanuit de bus te zien. Gewapend met onze verrekijkers speuren we gedurende de hele busreis de omgeving af, en we worden weer beloond. In de verte, half verstopt tussen struiken, zien we een elandstier en hoog op een bergrug (het zijn eigenlijk niet meer dan wat witte stipjes), spotten we ook meerdere dallse schapen. We rijden met de bus zo ver mogelijk mee, vanwege de aardverschuiving is het eindpunt de brug over East Fork River, 43 mijl het park in. Vanaf daar vertrekken we om dit deel van het park te voet te verkennen. Aangezien er, zoals gezegd, geen paden zijn in Denali National Park, is het het makkelijkste om, waar mogelijk, in de bedding van de East Fork River te lopen. Buiten de rivierbedding, moet je je al snel door struiken wringen. Dit ondervinden we al snel als we een heuvel op klimmen om wat verder te kunnen kijken. De ondergrond is drassig en veert als een matras in, lage wilgenbosjes vertragen je route. Om bovenop de heuvel te komen moeten we ons door struiken heen wringen, bushwhacking noemen ze dat hier. In eerste instantie voelt het heel raar om zomaar dwars door de struiken te banjeren. Gewend aan paden en het bewustzijn dat je normaal juist niet op vegetatie wilt stappen, maakt dat deze nieuwe manier van wandelen nog wat onwennig is. Om te zorgen dat er ook geen paden ontstaan in dit dichtbegroeide park, moet je als wandelaar zo veel mogelijk naast elkaar lopen en voorkomen dat je in single file lopend alsnog een spoor trekt door de vegetatie.
Onze eerste kennismaking te voet met Denali National Park. We lopen door de bedding van East Fork River, omgeven door majestueuze bergen en prachtig felroze fireweed. Buiten de rivierbedding loopt het een stuk zwaarder en komen we maar moeizaam vooruit.
Bovenop de heuvel hebben we een prachtig uitzicht over de omgeving. Steeds alert en de omgeving scannend, merken we op enkele kilometers afstand een blonde grizzly beer op. Op afstand is deze, zelfs met verrekijkers, lastig te onderscheiden, en hij valt ons dan ook alleen op omdat de wind het geluid van een groep wandelaars meedraagt die staan te zwaaien en te roepen om de beer op afstand te houden. De beer keert zich van hen af en wij zijn blij dat we een eind verderop zitten. Hoewel we al veel beren hebben gezien bij Brooks Camp in Katmai (zie blog 2), voelt het toch wel heel anders om hier in Denali een beer in het wild te zien. Bij Brooks Camp hebben de beren meer dan genoeg zalm en zijn ze bovendien ook gewend aan bezoekers. Hier zijn de grizzly beren toch een stuk ‘wilder’ en minder voorspelbaar. Ter illustratie van het verschil: in Brooks Camp moesten we minimaal 50 yards (±45 meter) afstand houden van beren, hier wordt minimaal 300 yards (±275m) aangeraden. We zijn, nu we, weliswaar op afstand, onze eerste beer hier hebben gezien, blij dat we bear spray met ons meedragen en ook de hele tijd flink geluid aan het maken waren.
Links: Verkennen van de omgeving met de verrekijker. Beren zijn lastig te spotten in de dichte begroeiing.
Rechts: bear spray moet je bij de hand, klaar voor gebruik, bij je dragen.
We besluiten al snel dat we toch liever terugkeren naar de rivierbedding, aangezien we dan makkelijker kunnen lopen en ook wat beter zicht hebben op onze omgeving. Ook de rivierbedding blijkt echter al vrij snel niet een probleemloze optie. Onze weg wordt versperd door een tak van de rivier die te diep is om over te steken. Om op dit punt te komen hebben we al meerdere riviertakken overgestoken, en we besluiten terug te keren voordat de rivier, vanwege de zon die het gletsjerijs in de middag laat smelten, te veel gezwollen is om nog veilig over te kunnen steken. Als we even later in een ander deel van de rivierbedding zijn gaan zitten om te genieten van de omgeving en een goed boek in de zon, worden we nog getrakteerd op een kariboe die opeens langs komt rennen. Als kers op de taart zien we op de terugweg vanuit de bus, dankzij het scherpe oog van onze chauffeur, nog een moeder beer met drie welpen op zo’n 400 meter afstand: ademloos en in stilte kijkt de hele bus (via verrekijkers) hoe de moeder haar drie jongen voedt. Wat een indrukwekkende eerste dag in Denali National Park!
Links: Lunchen in de rivierbedding: Cup a soup en hartkeks. De rugzakken fungeren als windscherm. De kleine, lichtgewicht pocket rocket brander is ideaal om mee te nemen in de dagrugzak. Ook hier houden we alle lekker geurende spullen in de bear cannister en zijn we steeds bewust met onze omgeving bezig.
Rechts: lopen door de stenige rivierbedding gaat toch een stuk makkelijker dan door de bush.
Links: rivieren moeten oversteken is vaste prik in dit gebied. We houden onze bergschoenen droog en steken over op onze waterschoenen. Eenmaal aan de overkant drogen we onze voeten af en wisselen we weer van schoeisel. Mijn mini-handdoek kwam op dit soort momenten erg goed van pas.
Rechts: uitzicht op de kleurrijke bergen vanuit de bus op de terugweg.
Een kariboe, eland en beer
De volgende dag, onze laatste hele dag in het park, reizen we wederom met de bus naar East Fork River. Vandaag willen we de bedding een andere kant op volgen. Na nog geen 5 minuten gelopen te hebben, zien we een kariboe tussen de struiken staan op nog geen 50 meter afstand. Het dier is heerlijk van de blaadjes aan het eten en lijkt het niet erg te vinden dat wij dit deel van het park met hem delen. Als we even later, na wat foto’s te hebben gemaakt, verder lopen, zie ik opeens in mijn ooghoek wat bewegen. Tot mijn verbazing rent er een elandkoe met haar jong langs ons, door de (voor haar) kniehoge struiken. Terwijl wij met z’n allen vol ontzag naar hen kijken, zegt mijn broer opeens: hé, een beer! Verbaasd en enigszins verschrikt kijken we naar hem om. Elanden zijn prachtig en indrukwekkend, maar een beer hoeven we echt niet van zo dichtbij te zien. Terwijl we naar de elanden keken, voelde Sim dat er links van ons ook wat was en zag vanuit zijn ooghoek nog net de blonde rug van een beer zo’n 150m verderop verdwijnen. We zijn blij dat hij zo oplettend is, want we liepen in principe recht af op de plek waar hij de beer zag. We maken al ‘hey bear’ roepend een omtrekkende beweging en blijven de verzameling bosjes goed in de gaten houden. Na enkele minuten komt inderdaad een blonde grizzly beer op zijn dode gemak uit een greppel zetten en kuiert verder langs de rand van de rivierbedding. Wij houden onze adem in: we zijn nog zeker niet op de aanbevolen afstand van 300 yards. Langzaam achteruit lopend merken we echter al snel dat de beer ons al geroken heeft, maar verder geen interesse in ons lijkt te hebben. Hij loopt rustig door, verder van ons af. Als hij nog een keer z’n hoofd naar ons toe draait gaat onze hartslag wel even flink omhoog en ben ik blij dat ik bear spray aan mijn riem heb hangen, maar gelukkig kuiert de beer gewoon verder.
De kariboe, rustig knabbelend van de struiken en de beer, kuierend langs de rand van de rivierbedding.
Diep onder de indruk van wat ons net is overkomen, al deze dieren in zo’n kort tijdsbestek en nog wel zo dichtbij, lopen we verder. De rest van de dag zijn we extra alert op onze omgeving en speuren we continu de struiken af. Aangezien het flink waait en we tegen de wind in lopen, zorgen we dat we steeds lawaai maken, omdat eventuele beren ons niet kunnen ruiken en we ze zeker niet willen verrassen. Tijdens de lunch hebben we hierdoor niet echt een relaxte pauze: allemaal een andere kant op kijkend, blijven we de omgeving in de gaten houden. We maken uiteindelijk een prachtige dagtocht en klimmen ook nog een bergrug op waardoor we een fenomenaal uitzicht hebben over de omgeving.
Links: een pootafdruk van een beer in de drooggevallen rivierbedding. De punten van de nagels zijn duidelijk zichtbaar.
Rechts: constante alertheid tijdens de lunch.
Tijdens onze dagtocht moeten we meermaals een zijtak van de rivier doorwaden. Als het water diep is, trek ik mijn bergschoenen uit en stroop ik mijn broek op (deze broek heeft een lange rits langs de onderste helft van de pijp lopen, dat maakt het makkelijk om hem op te stropen). Aangezien we erg vaak het water over moesten, heb ik bij ondieper water af en toe ook geen schoenenwissel gedaan. Mijn Aku Superalp bergschoenen zijn gelukkig waterdicht en aangezien de Lundhags Makke pant aan de onderkant aan mijn schoenveters bevestigd kan worden, fungeert deze gelijk ook als een soort gamaschen, waardoor het water ook niet via de bovenkant naar binnen kon lopen (dit werkt alleen voor een korte oversteek, aangezien de broek wel waterafstotend is, maar niet waterdicht).
Vanaf de ridge hebben we een prachtig uitzicht over de omliggende bergen. Het waait deze dag erg hard, wat het fris maakt. Tegelijkertijd is het ook hard werken om over dit verende terrein naar boven te lopen. Ik ben erg blij met mijn Rab Vapour Rise Alpine Light Jacket die de koude wind buiten houdt, maar ook heel goed ademt.
Op de terugweg ontspannen we iets meer: nu hebben we de wind weer in de rug. Terug bij het opstappunt van de bus treffen we een volledig verlaten rivierbedding aan en worden we opgewacht door een ranger die ons ontvangt met de woorden: “You folks must have been out there for a loooong time!” Wat blijkt: de beer die wij in de ochtend hebben gezien, is daarna verder gelopen naar de brug waar de bus stopt, en daar, met enkele andere beren, het grootste deel van de dag blijven rondhangen. Om veiligheidsredenen is het gebied na 10 uur ‘s ochtends afgesloten zodat er geen mensen meer in konden. Even zijn we bang dat wij nu in de problemen zitten. De ranger stelt ons echter al snel gerust door enthousiast te zeggen dat wij nu een echte wilderness experience hebben gehad, aangezien we helemaal alleen waren in dit gebied. Hij zag waarschijnlijk wel aan ons dat we goed voorbereid waren en lijkt ons echt te gunnen dat we zo’n indrukwekkende dag hebben gehad. Als mensen ons nu vragen wat het mooist was aan onze Alaska reis, noemen we vaak deze dag en dan vooral die 10 minuten waarin we zo vlak na elkaar al die dieren zagen, dat heeft echt diepe indruk op ons gemaakt.
Onze laatste dagen in Denali National Park waren erg indrukwekkend, een prachtige afsluiter van een onvergetelijke vakantie in Alaska. Ik hoop dat je het als lezer leuk vond om via deze blogs een beetje mee te worden genomen op deze reis. Wellicht heb je zelf ook inspiratie opgedaan voor een mooi buitensport avontuur. Ik vond het in ieder geval erg leuk om deze blogs te schrijven, omdat ik op deze manier alles nog eens kon herbeleven. Dank als je tot hier met ons hebt meegereisd.
Het merendeel van de fotocredits zijn voor Bertram Lammers, enkele foto’s zijn van mijn hand.