7. Vriendschap, vrijheid en vaarwels
Marti is een oud-collega van ons die het amibitieuze plan heeft opgevat om de Continental Divide Trail (CDT) te lopen, een monstertocht die loopt van de Mexicaanse grens tot aan Canada en ongeveer 4875 kilometer lang is... volg haar avonturen van voorbereiding tot evaluatie.
Week 10
Dag 64: maandag 27/6: zero in Basalt bij familie van Sprouts
Dag 65: dinsdag 28/6: 9.8 km nearo, late start en kamp slaan we op nog net binnen de boomgrens op Mt. Elbert
Dag 66: woensdag 29/6: 15.8 km, summiten Mt. Elbert en daarna kamperen ergens voorbij Mt. Massive
Dag 67: donderdag 30/6: 29.3 km, bij West Tennessee Creek
Dag 68: vrijdag 1/7: nearo, 5.9 km, Tennessee Pass Trailhead → hitch naar Leadville
Dag 69: zaterdag 2/7: .. tja.. een paar km, maar toch weer geëindigd in Leadville
Dag 70: zondag 3/7: 12.9 km, Miners Creek
Week 11
Dag 71: maandag 4/7: 12.5 km, Fourth of July, Frisco
Dag 72: dinsdag 5/7: zero, Breckenridge
Dag 73: woensdag 6/7: 24.3 km, tussen Middle Fork Swan River en Middle Fork Swan Road
Dag 74: donderdag 7/7: 24.0 km, Jefferson → hitch naar Denver (ziek)
Dag 75: vrijdag 8/7: zero, in Denver (ziek)
Dag 76: zaterdag 9/7: zero, in Denver (ziek)
Dag 77: zondag 10/7: zero, liften naar Winterpark
Totaal gehiked: 134,5 km Niet veel qua afstand, maar de hoogteverschillen waren pretty impressive in dit gedeelte. Plus wat extra off trail dagen gehad.
De familie van Sprouts verwelkomt ons met open armen in hun prachtige appartement in Basalt, we worden helemaal vertroeteld en we moeten absoluut een volle dag bij hen rusten voordat ze ons weer laten gaan. Onze benen zijn hun zo dankbaar. Voor het eerst in weken hebben we namelijk weer echte spierpijn in onze kuiten, de angst tijdens de daling van Lake Ann Pass en vervolgens de beklimming of Hope Pass zijn ons niet in de koude kleren gaan zitten. Dus we gebruiken deze tijd voor douchen, wassen, plannen maken voor het volgende gedeelte en heel veel verhalen delen met de familie. De volgende twee weken zal de laatste tijd zijn die we hebben met Pale Ale voordat zij stopt met de trail en terug gaat naar real life (dit heeft ze ons in New Mexico al verteld), ook Bummi moet binnenkort weer terug naar huis. Hij is achtergebleven in Lake City met het plan om Rattler in te halen en vervolgens ons in te halen zodat we het laatste stuk van Pale Ales en Bummi’s reis samen kunnen lopen. Echter in Basalt horen we dat Bummi heeft besloten eerder van trail te gaan en een tijdje bij te tanken in New Orleans.
Lang tijd om hier droevig over te zijn nemen we niet, want na een rustdag gaan we weer terug naar de trail. Mt. Elbert is met zijn 14.440 feet (4.401 meter) de hoogste summit in the Rocky Mountains en het hoogste punt in Colorado (tevens de één na hoogste summit in de USA na Mt. Whitney) en toevallig loopt de CDT direct langs die berg. Ondanks mijn niet direct fantastische ervaring met de bergen in Colorado, sluit ik mij aan bij de groep om de berg te beklimmen en zo komt het dat we na slechts 6.5 km alweer van de CDT af gaan om tot de boomgrens van Mt. Elbert te lopen alvorens kamp op te slaan. Die avond gaan we extra vroeg naar bed, zodat we de volgende ochtend om vier uur kunnen vertrekken. We willen zo vroeg mogelijk boven zijn en hopelijk wat van de drukte van dag-hikers ontlopen. En zo start ik de volgende ochtend met de beklimming van deze machtige berg. De wind is guur en blaast alle warmte uit onze verkleumde lichamen en hoe hoger we komen, hoe lastiger het klimmen wordt. Hoewel onze lichamen al beter gewend zijn aan de hoogteverschillen die we elke dag meemaken, is dit toch wel andere koek. Aan de laatste 200 ft omhoog lijkt geen einde te komen. En dan opeens zijn we er. We hebben de hele tijd in de schaduw van de berg gelopen, maar hier op de top schijnt eindelijk de zon en warmen onze ledematen weer op. We lachen, ik scheld even in mijn allerbeste Nederlands en Iers op deze vervloekte bergen, en vervolgens genieten we van het prachtige uitzicht. Na onze afdaling voegen we ons weer op de CDT en zetten niet al te laat ons kamp op. Hoewel de volgende dag goed begint, vogeltjes die fluiten en het zonnetje dat schijnt, krijgen we bui na bui over ons heen. Hoe ademend onze regenkleding ook is, klimmen met bepakking en regenkleding zal nooit echt een goede match zijn. Goed nat, van zweet en regen, houden we het tempo voor een keertje hoog. Zo zijn we de volgende dag eerder dan verwacht bij de weg en hitchen we naar Leadville.
Sommige plaatsen op de trail zijn verzamelpunten voor hikers en Leadville is zo’n plaats. We zijn nog net niet de auto uit of de eerste bekenden staan al voor onze neus. Rattler was het weer van gisteren zat en is veel eerder richting de weg gegaan. En ook Bass is er. Hij heeft van Twin Lakes naar hier gelift, zodat hij meer tijd met ons en met name met Pale Ale heeft voordat ze de trail verlaat. Het is druk in het stadje en er is pas morgen plaats voor ons bij het hostel. Een pizzatent blijkt onze redding te zijn en we mogen er in de achtertuin onze tenten opzetten. De volgende ochtend staan we vroeg op en dumpen onze rugzakken bij het hostel. Het plan is om de bus naar Copper Mountain te nemen en vandaar, zonder rugzak terug te hiken naar de plek waar we gisteren gestopt zijn. Pale Ale en Rattler besluiten last-minute om toch niet mee te gaan en te chillen in Leadville. En zo is het dat Longstride, Sprouts, Base en ik onze tocht in Copper Mountain terug naar de weg beginnen. Tijdens de eerste klim voel ik mij heel beroerd. Mijn lichaam voelt als een slappe vaatdoek en ik heb verschrikkelijk krampen in mijn buik. Na kort overleg besluiten Sprouts, Base en ik om direct terug te gaan naar Leadville en zoveel mogelijk tijd met Pale Ale door te brengen. Zo kan ik mijn buikpijn in de gaten houden. Uiteindelijk maken we er in Leadville een leuke dag van en ontmoeten we nog meer oude bekenden. Fuck-it en Stallion, onze favoriete Fransoos en Duitser zijn er ook. Ze introduceren Jim, een Amerikaanse meneer op leeftijd. Ook Wildman duikt even op voor een douche en wat voedsel, voordat hij weer de trail op zoekt.
Het is weer de hoogste tijd om terug de trail op te gaan. Van korte duur aangezien ik graag Independence Day in een stad wil meemaken. Uiteraard verwelkomen de bergen ons terug in ware Colorado-stijl en breekt er een grote onweersbui recht boven onze hoofden los. Voor het eerst is het zo erg dat we onze rugzakken af moeten doen en in gehurkte houding het noodweer uit moeten zitten. Tot op het bot nat, kruipen we die avond in onze tenten. Godzijdank zijn de spullen in mijn tas droog gebleven en wikkel ik mij als een burrito in mijn slaapzak. In de ochtend nemen we afscheid van Longstride, zijn vriendin komt binnenkort een stukje met hem meelopen en dan wil hij wat rustiger hiken, dus hij maakt nu wat extra snelheid.
Voor het middaguur zijn we in Frisco. Na snel een kamer voor vier personen geregeld te hebben, waar we met zijn vijven in gaan slapen, maken we ons klaar voor de 4th of July vieringen. We zien de optocht, maken foto’s bij een boog en zorgen dat de traditie van veel drinken tot in de late uurtjes wordt nageleefd. Vervolgens gaan we naar Fuck-It, Stallion en Jim’s hotelkamer en doen we het daar allemaal nog even dunnetjes over. ‘s Avonds lopen Rattler en ik via een omweg, langs de McDonalds, naar de hotelkamer. We halen herinneringen op aan onze begindagen op de hike, over het nu en over het eindpunt dat nog zo ver weg is. We bespreken onze twijfels, onze dromen en hoe wonderlijk het is om deze ervaring te delen met al deze fantastische mensen. Rattler, mijn allereerste vriend op de trail. We ontmoette elkaar op de dag voordat we vertrokken en er was direct een klik. Op de eerste dag lagen we samen in een richel te schuilen voor de hitte, we hebben een fantastische roadtrip door Utah gemaakt en zo vaak bijna gepiest van het lachen in de afgelopen tien weken. Hij was erbij toen ik een mes pakte om een stukje van mijn knie weg te snijden toen ik een lelijke smakkerd had gemaakt. En hij hielp mij over een sneeuw richel heen, om vervolgens aan de andere kant zelf languit in de modder te vallen.
Wat een avond. Dit is vrijheid. Met vrienden op pad gaan, kamperen in de wilde natuur en te lachen en te huilen.
De ochtend brengt een verrassing met zich mee. Bummi heeft een auto gehuurd en is naar Frisco toegekomen om nog even een paar uur met ons door te brengen, voordat hij naar huis vliegt. Na samen gebruncht te hebben, gaat Rattler alvast terug naar de trail, terwijl de rest van ons nog langs het postkantoor moet om pakketten op te halen. Ik heb zelf geen pakket en even twijfel ik, zal ik met Rattler meegaan of nog even blijven zodat ik meer tijd met Bummi heb. Ik kies voor het laatste. Bij het postkantoor komen we de jongens weer tegen en die vertellen ons dat er een verschrikkelijke onweersbui/storm aankomt en dat ze een Airbnb hebben geboek. Ze nodigen ons uit om daar te verblijven. Snel bellen we Rattler, maar hij is al op de trail en zet liever daar zijn tent op zodra het noodweer losbarst dan terug te komen. In de Airbnb maken we een groot familiediner, waarna we afscheid nemen van Bummi. Terwijl het bliksemt en de regendruppels op het dak denderen denk ik aan Rattler. Wat ik nu nog niet weet is dat ik vandaag afscheid van twee mensen heb genomen. We zullen Rattler niet meer op deze hike tegenkomen en hoewel we contact houden, zijn we altijd net een stad achter hem.
Als we de volgende dag onze weg naar de trial beginnen, krijgt ons gezelschap een extra toevoeging. Coolwhip is een Amerikaanse vrouw, die de andere hebben ontmoet in Lake City. Het weer blijft nat, maar de omgeving is prachtig en dat maakt veel goed. Ik worstel vandaag veel met mijn lichaam. Er lijkt geen energie in te zitten en die buikkrampen van een paar dagen geleden lijken alleen maar erger te worden. Pas de volgende dag tijdens nog een rampzalige beklimming, weet ik het opeens. Dit is niet mijn periode die eraan komt, maar een aanval. Ik heb een genetische stofwisselingsziekte en een volwaardige aanval daarvan in de middle of nowhere is een zeer slecht idee. Snel kijk ik op mijn gps wat mijn opties zijn. Ik zie een wandelpad dat de CDT kruist en dat leidt naar een grote rijweg richting Denver. Na de situatie uitgelegd te hebben aan Pale Ale en Bass, ga ik richting Jefferson/de grote weg. De omgeving is prachtig en het weer is eindelijk aan het opklaren, maar mijn focus is compleet op één ding. Niet toegeven aan de pijn, door lopen en naar de grote stad komen. Ik haal de grote weg en het geluk lacht mij toe. Nog voordat ik de kans krijg om te liften, stopt er een auto en en mag ik helemaal meerijden naar Denver. In Denver neem ik de rust en stoffen die mijn lichaam nodig heeft om weer in balans te komen en godzijdank wordt het niet een volwaardige aanval. Het hakt er desalniettemin goed in en mijn energielevel is gezakt tot zero. Met het gevaar geweken en nu alleen nog behoefte aan rust, richt ik de focus op in Winterpark komen. Hier gaat Pale Ale de trail verlaten en ik moet en zal er zijn. Het lukt en we hebben een gezellig afscheidsfeest voor haar. We gaan haar ontzettend missen, ze was altijd positief en bracht warmte en vrolijkheid met zich mee.
Ik weet niet wat het is met Colorado, misschien de hoogte en het weer. Dagelijkse onweersbuien recht boven je in de bergen hebben niet direct mijn voorkeur. Het is in ieder geval de staat die als moeilijkste wordt beschouwd door hikers. En de plek waar de meeste ongelukken gebeuren, waardoor je moet stoppen met de hike.
Anyway tot de volgende keer lieve mensen!
Stumblebee / Marti